Het eerste deel gaat in op allerlei aspecten die het fundament vormen van gespreksvoering en hulpverlening. Zaken die je jezelf moet realiseren voordat je aan het consult begint. De attitude die je als fysiotherapeut hanteert tijdens het gesprek met je patiënt is zo’n aspect.
De fysiotherapeutische attitude
De attitude is een lastig te ‘pakken’ aspect van communicatie. Om dit concreet te maken zijn in het boek vijf opvattingen beschreven die de fysiotherapeut hanteert en die ten grondslag hebben gelegen aan het boek. Deze vijf opvattingen gaan achtereenvolgens over:
- partnerschap in analyse en oplossen van het gezondheidsprobleem
- eigen verantwoordelijkheid
- kwetsbaarheid en veerkracht
- intrinsieke motivatie
- methodische evidence based communicatie
De opvattingen sluiten nauw aan bij recente concepten, theorieën en documenten zoals het model van Leventhal over ziektepercepties, het belang van taalgebruik van patiënt en therapeut, het beroepsprofiel van de fysiotherapeut uit 2014, shared decision making en motiverende gespreksvoering.
Communicatieve rollen
Een tweede aspect dat goed is om vooraf bij stil te staan zijn de communicatieve rollen die je als fysiotherapeut tijdens het consult inneemt. Deze rollen komen als rode draad in het boek terug. De rol kleurt als het ware je communicatie met de patiënt en de communicatieve vaardigheden die je inzet doordat het iets zegt over wat je voor de patiënt wil betekenen en wat jou gedrag daarom is. De vier rollen die in het boek zijn beschreven zijn:
- vertrouwenspersoon
- coach
- mededeelzame detective
- docent
Waarschijnlijk roepen de rollen vertrouwenspersoon, coach en docent het snelste een beeld op. Daarom een korte toelichting op de rol van mededeelzame detective.
De rol van mededeelzame detective neem je aan omdat de patiënt (impliciet) van je vraagt of je hem inzicht wilt geven in zijn probleem omdat hijzelf hiervoor de expertise mist. Simpel gezegd: de patiënt wil weten wat er met hem aan de hand is (zijn gezondheidsprobleem) en wat hij eraan kan doen. De mededeelzame detective vervult deze rol in samenwerking met de patiënt: hij probeert zoveel mogelijk mededeelzaam te zijn over wat hij denkt en vindt en deelt dus ook interpretaties en tussentijdse bevindingen met de patiënt.
Dat is dus anders dan de detective die aan het werk gaat, tussentijds niets met de patiënt deelt en aan het einde van zijn consult een slecht-nieuws gesprek voert.
In deel 2 van het leerboek komen die aspecten aan bod die doorlopend en in ieder gesprek aandacht van je vragen zoals bijvoorbeeld het bieden van structuur.